Met dank aan Ronald (die erop stond dat ik op onze laatste dag nog een mooi rondje zou maken) vertrek ik alleen (Ronald heeft een beetje genoeg van het fietsen) met mooi weer richting de Spaanse grens ten zuiden van St Jean Pied de Port. Via de D301 kom ik bij Esterencuby. Het dorp heeft een naam maar meer dan een gehucht is het niet. Hier begint de Col de Arthe die ik voor vandaag heb uitgekozen. Het profiel van de col heb ik bestudeerd voor vertrek en ik weet wat me te wachten staat. Het klimmen begint gelijk na Esterencuby. Het voornemen was om in het begin zuinig met de energie om te gaan om zo energie over te houden om de steilste stukken op te kunnen. Als de col eenmaal is begonnen kunnen alle overpeinzingen de prullenbak in want het is gewoon alle zeilen bijzetten en hopen dat je op het kleinste verzet nog voldoende snelheid houdt. Deze col is zoals zo vaak in de Pyreneen behoorlijk grillig. Betekent dat er in de kilometers met een gemiddelde stijging van meer dan 10% hele stukken zitten die veel steiler zijn. In de laatste 6 kilometer van de klim moet 640 meter hoogteverschil overbrugd worden! Uiteindelijk moet ik toch een aantal keren stoppen omdat er schapen over de weg lopen en om foto's te maken. Ja, dat is echt waar, maar ik moet helaas bekennen dat ik ook van de fiets moet omdat de helling zo lang zo steil is dat ik bijna stil val. Dan maar even pauze en een stukje lopen. Het gaat nog kilometers lang steil omhoog. Probeer dus maar niet alle energie te verspelen, wie weet wat straks nog nodig is. Het landschap is fascinerend. Het is hier volledig uitgestorven. Hierboven komt enkel een boer die schapen of paarden houdt. Er is geen verkeer, er zijn geen dorpen of boerderijen, en er zijn dus zeker geen fietsers. De weg is slecht en smal. De vergezichten daarentegen zijn fantastisch. Je waant je hierboven alleen op de wereld. De verlatenheid is voor een stadsmens bijna onbestaanbaar. Deze sfeer is toch heel wat anders dan de sfeer op de cols met de bekende namen uit de Tour de France, zoals de Tourmalet. Ook daar heb ik genoten, maar hierboven is geen applaus van dagjesmensen of andere fietstoeristen. Hier boven is geen café of restaurant. Het is hier stil, dood en doodstil. Bijna onnatuurlijk, denk je, maar is het juist niet de herrie van de grote stad en de snelwegen die onnatuurlijk is?
Na de top van de Col d'Arthe gaat het ineens een heel stuk flink omlaag. Het plan om de zelfde weg terug te nemen laat ik maar schieten en fiets door om via de Col de Burdinkurutcheta via een andere route naar de chambre d'hôtes terug te keren. Dat lukt en ik kom “thuis”met een zeer voldaan gevoel. De laatste mogelijkheid om voor vertrek nog een mooi rondje te maken is zeer en zeer geslaagd. Misschien was dit wel het mooiste tochtje van de afgelopen weken. Een mooier besluit van deze weken is niet denkbaar!